De renterisico’s die we lopen op de financiering met kortlopende middelen wordt door de wet begrensd met een kasgeldlimiet. Deze limiet is vastgesteld als een maximum percentage van het begrotingstotaal dat we met kortlopende middelen mogen financieren. De minister van Financiën heeft het percentage vastgesteld op 8,5%.
Het streven is binnen de kasgeldlimiet een deel van de financieringsbehoefte te dekken door kortlopende leningen. Dit heeft de volgende voordelen:
- De rente op kortlopende leningen is bijna altijd lager dan op langlopende leningen.
- Er is sprake van een grotere flexibiliteit.
De kasgeldlimiet bedroeg in 2024 € 21.643.392. Zoals uit de volgende tabel blijkt is het gehele jaar sprake geweest van een overschot aan kortlopende financieringsmiddelen, waardoor we het gehele jaar ruimschoots aan de norm hebben voldaan.
Tabel kasgeldlimiet
Kasgeldlimiet | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
---|---|---|---|---|
1. Begrotingstotaal | 254.628 | 254.628 | 254.628 | 254.628 |
2. Vastgesteld percentage | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% |
3. Kasgeldlimiet (1 x 2) | 21.643 | 21.643 | 21.643 | 21.643 |
4. Financieringsmiddelen | -7.821 | -20.179 | -7.073 | -4.560 |
5. Ruimte kasgeldlimiet (3 + 4) | 13.822 | 1.464 | 14.570 | 17.084 |